‹ Terug naar overzicht

2 Onderwijs

Downloaden als PDF

Identiteit
De reformatorische identiteit van het Hoornbeeck College is herkenbaar aan de manier waarop we studenten vormen en toerusten: we richten ons onderwijs in op basis van de Bijbel en de daarop gebaseerde gereformeerde belijdenisgeschriften. Het onderwijs op het Hoornbeeck College is daarom vormend met meerwaarde: we brengen niet alleen beroepskennis over, maar ook kennis van God en Zijn Woord. Zie hoofdstuk 1.1, Onze basis, voor een nadere uitwerking hiervan. Om daaraan vorm te kunnen blijven geven, hebben we een duidelijke visie op het toelaten van studenten en het aannemen van personeel.

_DSC7315

2.1 Opleidingen

Het Hoornbeeck College biedt meer dan zestig opleidingen aan, verdeeld over vier sectoren:

  • Dienstverlening: opleidingen voor facilitair, logistiek en helpende zorg en welzijn.
  • Economie: opleidingen voor de administratie, commercie, retail en secretariaat.
  • Zorg & Welzijn: opleidingen voor verzorgende, mbo-verpleegkundige, maatschappelijke zorg, pedagogisch werk en onderwijsassistent.
  • Techniek & ICT: opleidingen voor autotechniek, bouwkunde, elektrotechniek, ict en werktuigbouwkunde.

De meeste opleidingen worden aangeboden op meerdere niveaus en in verschillende leerwegen.

In het verslagjaar zijn enkele bestaande en nieuwe BBL-opleidingen gestart in een doorlopende leerlijn met het reformatorisch voortgezet onderwijs (Van Lodenstein College Hoevelaken) en zijn onder de Hoornbeeck-vlag enkele niveau 2-opleidingen gestart bij de Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem. De Wet macrodoelmatigheid die in 2015 van kracht werd, is hierin een belemmerende factor en vraagt veel overleg en afstemming door het College van Bestuur met de andere ROC’s in de verschillende regio’s. In het komende jaar kijkt het Hoornbeeck College opnieuw naar mogelijkheden om het opleidingenportfolio verder uit te breiden.

Overzicht van de studenten die relatief snel na 1 oktober de instelling verlaten
In de periode van 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2016 zijn 168 studenten uitgeschreven met de volgende redenen:

2.1_tussentijdse uitschrijvingen

Het aantal studenten dat in dezelfde periode (van 1 oktober t/m 31 december 2016) aan een opleiding zijn begonnen is, bedraagt: 15

In tegenstelling tot de landelijke daling van het aantal studenten in BBL-opleidingen, heeft het Hoornbeeck College relatief veel studenten in BBL-opleidingen. Dit is te verklaren uit het feit dat de sector Techniek & ICT enkele BBL- opleidingen in Rotterdam is gestart en goed lopende BBL-trajecten heeft in samenwerking met vo-scholen.
Bovendien heeft het Hoornbeeck College een vast contingent aan leerbedrijven.

2.1_opleidingen_BBL tov gem rocs_tabel

2.2 Opbrengsten

2.2.1
Diploma- en jaarresultaat

Benchmark mbo

Net als in voorgaande jaren heeft het Hoornbeeck College goede resultaten geboekt in de benchmark mbo. In de benchmark van het mbo wordt een onderscheid gemaakt in twee resultaten:

  1. Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met diploma de school verlaat.
  2. Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten dat de school verlaat of doorstroomt.
2.2_diploma- en jaarresult 2014-2016

Jaarresultaat naar opleidingscategorieën

U ziet hieronder het jaarresultaat in 2015, weergegeven naar opleidingscategorie. (#)

(#) De jaarresultaten naar opleidingscategorieën over 2016 worden in juni 2017 beschikbaar gesteld door de MBO Raad.

2.2.1_diploma-en jaarresultaat opleid.categorie nw 2015

Ook in 2016 waren de resultaten voor het Hoornbeeck College bovengemiddeld. Hieronder is de trend te zien van het Hoornbeeck College en de trend van het mbo.

Trend diploma- en jaarresultaat

Diplomaresultaat: het percentage studenten dat met diploma de school verlaat.

2.2_diplomaresultaat trend

Jaarresultaat: het percentage gediplomeerde studenten dat de school verlaat of doorstroomt.

2.2_jaarresultaat trend
2.2.2
Voortijdige schoolverlating

Van voortijdig schoolverlaten (VSV) is sprake wanneer een student die jonger is dan 23 jaar de school verlaat zonder startkwalificatie. Voortijdige schoolverlaters onderbreken hun leerloopbaan en zijn daardoor kansarmer op de arbeidsmarkt. Te zien is dat zich bij het Hoornbeeck College een dalende lijn voordoet bij het aantal VSV’ers. Dat geldt ook voor het landelijke percentage.

Gezien het belang voor de student om minimaal met startkwalificatie af te stromen met het oog op de arbeidsmarkt, verdient dit punt onze voortdurende aandacht.

2.4_vsv tot 2015-2016

2.3 Uitstroom

2.3.1
Extern rendement

In 2015 heeft DUO met de zogenaamde mbo-kaart een uitstroomonderzoek gedaan onder schoolverlaters van het cursusjaar 2013-2014. Hebben ze een baan? Zo ja, welke baan? Of zijn ze een vervolgopleiding gaan doen? Doordat ook andere scholen de mbo-kaart gebruiken, kunnen we onze uitkomsten vergelijken met het landelijk gemiddelde.

Wat valt op in vergelijking met het vorige uitstroomonderzoek?

  • Er zijn minder schoolverlaters direct gaan werken. De gediplomeerden van de sector gezondheidszorg gaan vaker aan het werk en kiezen minder vaak voor een vervolgopleiding.
  • We zien meer studenten die gekozen hebben voor een werken-leren-opleidingstraject en ook meer studenten die zich inschreven voor een vervolgopleiding (voltijds).
  • De schoolverlaters van de sector Techniek & ICT kiezen het vaakst voor doorleren in combinatie met werken. Het betreft hier vooral BBL-studenten die zijn opgestroomd naar een hoger niveau.
  • Het aantal schoolverlaters dat werkloos is, blijft erg laag.

Tabel : Wat zijn de schoolverlaters van het Hoornbeeck College gaan doen?

2.3.1_schoolverlaten
2.3.2
Waardering schoolverlaters

Met de mbo-kaart wordt niet alleen gekeken naar wat gediplomeerde schoolverlaters zijn gaan doen, er wordt ook gevraagd wat ze van de school vinden. Hieronder ziet u hoe onze oud-studenten terugkijken op het Hoornbeeck College. De volgende drie zaken vallen daarbij op:

  1. Voor alle aspecten geldt dat de waardering van de studenten is gestegen in vergelijking met het uitstroomonderzoek dat is gehouden onder de schoolverlaters uit 2012.
  2. Eveneens scoort het Hoornbeeck College op alle bevraagde aspecten hoger dan het landelijk gemiddelde.
  3. De waardering van alle schoolverlaters van de deelnemende mbo-scholen aan het onderzoek is over de gehele linie gestegen.
2.3.2_waardering schoolverlaten

Aan de standaardvragenlijst van de mbo-kaart heeft het Hoornbeeck College extra vragen toegevoegd. Die vragen betreffen vooral zaken als levensbeschouwelijke toerusting. Wat vinden oud-studenten van de ‘extra bagage’ die ze hebben meegekregen? Zij blijven dit onverminderd hoog waarderen en daar zijn we dankbaar voor. De hoogste waarderingen werden gegeven door de studenten van de sector Techniek & ICT voor levensbeschouwelijke vorming (96%) en persoonlijke aandacht (95%).

2.3.2_extra vragen mbo-kaart
2.3.3
Het echte studiesucces

Samen met vijf andere ROC’s is het Hoornbeeck College een van de kartrekkers bij het ontwikkelen van een instrument, gericht op informatieverzameling rond de kernfunctie van het mbo. De kernfunctie van het mbo-onderwijs is het meegeven van de juiste bagage zodat studenten later successen kunnen boeken in hun beroep, in hun verdere opleiding, in hun bedrijf, in hun leven.

Om te meten of het mbo-onderwijs deze kernfunctie op de juiste manier vervult, willen de scholen hun alumni bevragen in een regelmatig onderzoek. Zo worden alumni, net als personeel, studenten, ouders en bedrijven, een ankerpunt voor beoordelingen en aanpassingen van werkprocessen op school.

In de zomer 2017 zal naar verwachting het eerste pilotonderzoek worden uitgevoerd.

2.3.4
Keuzegids Mbo 2016

In 2016 is het Hoornbeeck College voor de zevende keer op rij uitgeroepen tot de beste mbo-school van Nederland. Dat staat in de Keuzegids Mbo 2016.
Deze gids helpt jongeren en hun begeleiders bij de keuze voor een mbo-opleiding. Om tot een evenwichtig oordeel te komen, gebruikten de opstellers van de lijst cijfers over de tevredenheid van studenten, doorstroomcijfers, slagingspercentages en oordelen van de onderwijsinspectie.

De top 10 van mbo-scholen uit de Keuzegids Mbo 2016.

2.4 Onderwijs

2.4.1
Algemeen

Het Hoornbeeck College bereidt studenten zo goed mogelijk voor op de beroepspraktijk. Dat wordt gedaan door in samenwerking met het werkveld de juiste kennis en vaardigheden aan te leren. Het Hoornbeeck College geeft echter vorming met meerwaarde door ook gedegen aandacht te besteden aan levensbeschouwelijke toerusting en burgerschap.

Om de medewerkers daarin te ondersteunen, zijn de visiedocumenten ‘Uitvoerend werk – Een pedagogische handreiking’ en ‘Lesgeven in het mbo – Een didactische handreiking’ voor docenten in het mbo opgesteld. Om de veranderingen van de herziene kwalificatiestructuur zo goed mogelijk te laten verlopen, heeft elke sector eigen onderwijsontwikkelaars. In 2016 heeft het Hoornbeeck College verder gewerkt aan de invoering van de herziene kwalificatiestructuur, de nieuwe brede opleiding voor niveau 2 Dienstverlening en opleidingen voor schilderen en fijnhoutbewerking. Met ingang van het cursusjaar 2016-2017 is de nieuwe kwalificatiestructuur van kracht geworden.

Samen met een projectleider vormen de ontwikkelaars de ontwikkelgroepen die aangestuurd worden door leden van het sectormanagement. In het visiedocument ‘Onze Koers – Een onderwijskundige handreiking’, worden de ambities van de school en zaken uit de ministeriële actieplannen als het actieplan ‘Focus op vakmanschap’ en invoering herziene kwalificatiestructuur weergegeven in concrete richtingwijzers om de onderwijsontwikkeling te sturen. In 2016 richtten alle sectoren zich in de onderwijsontwikkeling vooral op de concretisering van de nieuwe kwalificatiedossiers die per 1 augustus 2016 voor alle opleidingen zijn ingevoerd.

2.4.2
Sector Economie

De nieuwe urennorm (duizend klokuren per jaar) is verder geïmplementeerd in de opleidingen. Deze nieuwe urennorm wordt binnen de sector als knellend ervaren. Daarnaast is de sector bezig met de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers en is er gewerkt aan versterking van de relatie met het bedrijfsleven. Er is een coördinator benoemd om dit proces in gang te zetten en te houden. Naar aanleiding van het inspectiebezoek zijn er acties in gang gezet om het toezicht op examinering in de beroepspraktijkvorming (bpv) te verstevigen.

2.4.3
Sectoren Gezondheidszorg & Welzijn

Om het onderwijs goed te laten aansluiten bij de beroepspraktijk heeft de sector Gezondheidszorg & Welzijn in 2016 gewerkt aan de voorbereiding en invoering van de herziene kwalificatiestructuur. De invoering van de nieuwe dossiers geeft een goede gelegenheid om de opleidingen opnieuw in te richten en elementen toe te voegen waar verschillende branches om vragen. Zonder voorbij te gaan aan de specifieke vaardigheden van Gezondheidszorg en van Welzijn wordt in alle opleidingen meer samengewerkt dan voorheen. Daarbij worden opleidingen nu gecombineerd, zoals bijvoorbeeld Verzorgende IG en Medewerker Maatschappelijke Zorg. Daarmee worden studenten dubbel gekwalificeerd. Dit wordt door het afnemend werkveld bijzonder gewaardeerd.

Ook de keuze voor het examenmateriaal sluit goed aan bij beide opleidingen. Door deelname aan de klankbordbijeenkomsten van de examenleverancier blijven de betrokkenen als onderwijsontwikkelaars en bpv-beleidscoordinator goed op de hoogte van de ontwikkelingen en kunnen ook input leveren op de producten. Er is in 2016 een docent gedetacheerd naar de examenleverancier die meewerkt aan het ontwerpen van examens.

Het aantal voltijdstudenten Gezondheidszorg was het afgelopen jaar opnieuw groot. Dit levert wel uitdagingen op door het beperkte aantal stageplaatsen, met name op niveau 2 en 4. De trend is dat de arbeidsmarkt voor met name niveau 3 en 4 aantrekt en er weer tekorten gaan ontstaan. De verwachting is dat het aantal stageplaatsen weer gaat toenemen. Er ontstaan ook allerlei andere initiatieven waarbij het mes aan twee kanten snijdt: kwalitatief wordt het onderwijs beter en kwantitatief kunnen meer studenten hun stage lopen. Het fenomeen Gildeleren is hierin interessant: het onderwijs wordt geheel in de instelling verzorgd, wat een contextrijke leeromgeving realiseert. Op niveau 2 is de nieuwe opleiding Dienstverlening gestart, waarin met een eigen pedagogische en didactische aanpak studenten breder worden opgeleid en dubbelkwalificatie mogelijk is. Het fenomeen wijkleerbedrijf is voor niveau 2 een mooi initiatief vergelijkbaar met het Gildeleren.

Binnen de opleidingen van Welzijn speelt het stageprobleem niet of nauwelijks. We zien ook daar dat de branches steeds meer vragen om breder gekwalificeerde beroepsbeoefenaars. In de opleidingen geven we daar vorm en inhoud aan door zo veel als mogelijk is de overlap tussen kwalificatiedossiers c.q. opleidingen in een gezamelijke cursus aan te bieden en een zo breed mogelijk palet van uitstroomprofielen aan te bieden.

De verbinding met de branches en instellingen is sterker geworden door de invoering van het landelijk Zorgpact en de regionale uitwerkingen daarvan. Het Hoornbeeck College is partner in de zorgpacten die in de regio’s van onze locaties worden uitgerold. Ook is op uitnodiging aansluiting gerealiseerd bij werkgeversverenigingen. Tevens worden samen met instellingen voor gehandicaptenzorg keuzedelen ontwikkeld, toegesneden op specifieke vragen vanuit de instellingen. Goed beroepsonderwijs is een verantwoordelijkheid van onderwijs en bedrijfsleven/instellingen samen.

De sector Gezondheidszorg & Welzijn participeert volop in de MBO Raad. Daardoor is er op deelvlakken goede samenwerking met andere mbo-scholen, ook in de diverse regio’s. Met het hbo wordt ook samengewerkt aan een keuzedeel doorstroom mbo-hbo. Met Driestar Educatief wordt samengewerkt in het traject ‘Goed voorbereid naar de Pabo’ voor studenten van de opleiding Onderwijsassistent.

In beide sectoren is in 2016 geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van de voorgeschreven onderwijstijd en de verdeling daarvan tussen begeleide onderwijstijd en de stage/beroepspraktijkvorming.

2.4.4
Sector Techniek & ICT

Ook in de sector Techniek & ICT is het afgelopen jaar de nieuwe kwalificatiestructuur ingebed in het onderwijs. Studenten die vanaf het cursusjaar 2016-2017 zijn begonnen bij het Hoornbeeck krijgen techniekonderwijs dat beter aansluit op wat de arbeidsmarkt vraagt. De keuzedelen worden bij de sector Techniek vooral aangeboden ter verdieping in het beroepsgerichte deel van de opleiding. Hoornbeeck ontwikkelt daarbij verschillende keuzedelen zelf, uiteraard in samenwerking met het bedrijfsleven. Typisch voor de Hoornbeeck-techniekopleidingen: veel aandacht voor de inhoud van het vak.

In het afgelopen cursusjaar is er opnieuw gewerkt aan het verder uitbreiden van het palet aan techniekopleidingen. Zo bieden we nu verschillende nieuwe technische BBL-opleidingen aan, zoals schilder en meubelmaker, op een nieuwe dependance in Gorinchem en een nieuwe chauffeursopleiding in Hoevelaken. Daarnaast ook een nieuwe werktuigbouwkunde-opleiding BOL niveau 4 in Rotterdam en ICT-opleidingen in Gouda. Techniek bruist en groeit! Daar vraagt onze samenleving ook om!

Binnen de sector Techniek & ICT wordt ook gewerkt aan een certificaat voor studenten die ruim boven gemiddeld presteren.

2.4.5
Keuzedelen

Het Hoornbeeck College heeft in 2016 gebruikgemaakt van de mogelijkheid om af te wijken van de keuzedeelverplichting ten behoeve van persoonlijke, culturele of levensbeschouwelijke vorming. Het vak Godsdienst is voor het Hoornbeeck College een kernvak dat sterk verbonden is aan onze missie en visie. De Bijbel is leidend voor de levensbeschouwelijke vorming van onze studenten in de drieslag: gezin, kerk en school. Het vak Godsdienst wordt daarom gevolgd door al onze studenten, in alle opleidingen en opleidingsvarianten. Het aantal studiebelastingsuren (SBU) bedraagt 240 uur, waarin begeleide onderwijstijd en zelfstudie is opgenomen. In de SBU is geen bpv opgenomen. Dit is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de Onderwijsovereenkomst (OOK).

In 2016 zijn er geen verzoeken voor niet-gekoppelde keuzen binnengekomen. Derhalve heeft er geen toewijzing of afwijzing plaatsgevonden. Ook het doelmatigheidsaspect heeft nog geen rol gespeeld. Dit is verklaarbaar doordat het fenomeen keuzedelen zich nog in de implementatiefase bevindt.

2.4.6
Taal- en rekenonderwijs

In 2016 heeft het Hoornbeeck College opnieuw geïnvesteerd in toets- en lesplannen voor taal- en rekenonderwijs. De resultaten van onze studenten voor Nederlands en rekenen liggen voor alle niveaus duidelijk hoger dan het landelijk gemiddelde. Hoewel het vereiste instroomniveau door veel studenten nog niet wordt gehaald, is een duidelijke vooruitgang zichtbaar. Daarom besteden we buiten de lessen om extra aandacht aan de studenten die dat nodig hebben. Zo is de inzet van taal- en rekencoaches succesvol gebleken.

Het komende jaar continueren we trajecten met toeleverende scholen om het taal- en rekenonderwijs naar een hoger niveau te brengen. In het kwaliteits- en excellentieplan heeft het Hoornbeeck College extra doelen geformuleerd om ook voor excellente studenten uitdagingen te bieden in deze vakgebieden, bijvoorbeeld met het oog op de doorstroom naar het hbo.

Binnen het Hoornbeeck wordt, net zoals in het reformatorisch voortgezet onderwijs, bijzondere aandacht gegeven aan het vak Engels. Vanaf het cursusjaar 2015-2016 zijn deze activiteiten geconcentreerd in de zogenoemde taskforce Engels, waarin onder meer de taalcoaches Engels participeren. Tijdens het cursusjaar 2015-2016 is onderzocht welke knelpunten zich hierin precies voordoen, om die in het jaar erop gericht te kunnen aanpakken. In 2016-2017 wordt er concrete uitvoering gegeven aan een opgesteld actieplan. Daarnaast is de stap gezet om meer beroepsgerichte leermethoden in te zetten. Hierdoor sluit het onderwijs beter aan op de eisen die aan de studenten worden gesteld in hun toekomstige beroep.

2.4.7
Passend Onderwijs

In 2016 konden al onze studenten weer rekenen op Passend Onderwijs. De intake was hierbij het startmoment. Samen met de student werd de ondersteuningsbehoefte vastgesteld. In de Job-monitor gaf een derde deel van de studenten aan een beperking te hebben. Het overgrote deel heeft dit ook gemeld, zodat er aandacht aan besteed kon worden. In veel gevallen was de basisondersteuning toereikend. Elf procent van alle studenten had echter extra ondersteuning nodig. Dit is vergelijkbaar met 2015. Deze extra ondersteuning bleek vooral in het eerste jaar nodig te zijn. Bijna twintig procent van de eerstejaars kregen extra ondersteuning.
De intensiteit van extra ondersteuning verschilde per locatie, sector, niveau en opleidingsteam. In de opleiding ICT, de opleiding SAW Maatschappelijke Zorg en de opleiding Verzorgende werd relatief veel extra ondersteuning geboden. Het ging daar om ongeveer een vijfde deel van de studenten.
Studenten met extra ondersteuning kregen extra gesprekken, trainingen of aanpassingen (vooral examenaanpassingen).
Het aantal ondersteuningsvragen dat te maken had met gedrag, persoonlijke omstandigheden en functioneren in de opleiding nam toe, vergeleken bij voorgaande jaren. Het aantal ondersteuningsvragen in verband met geestelijke gezondheid nam echter af.

Veel aandacht is uitgegaan naar basisondersteuning en studieloopbaanbegeleiding (SLB). Zo is het project SLB 2.0 van start gegaan. SLB 2.0, voorbereid door de expertisegroep basisondersteuning, betekent een professionaliseringsslag in de begeleiding van onze studenten. Voor alle locaties is er een aanbod van trainingen voor SLB-ers ter beschikking gesteld. Verder is er voor het eerst een studentbespreking geweest aan het begin van de opleiding. Op basis van gegevens vanuit de aanmelding, de overdracht, de AMN-test en de intake hebben de teams relevante informatie met elkaar besproken. Het doel is om zo goed mogelijk te starten met de studenten. In het vervolg van SLB 2.0 komt de kwaliteit van de SLB-lessenseries aan de orde.

2.5 Internationalisering

Ook in 2016 is gewerkt aan verbetering van de voorbereiding en uitvoering van internationale stages. Coördinatoren Internationalisering stimuleren en ondersteunen onderwijsteams bij het stellen en behalen van internationaliseringsdoelen, zoals deze in het excellentieplan zijn opgenomen. In het verslagjaar zijn in de sector Gezondheidszorg de meeste internationale stages uitgevoerd, met name in ziekenhuizen in België en Suriname. Verder waren enkele van onze studenten te vinden in Groot-Brittannië, Afrika en Canada. Ook werden werkweken georganiseerd naar onder andere Roemenië.

2.6 Burgerschap (Godsdienst en Maatschappijleer)

Het Hoornbeeck College besteedt vanuit de Bijbelse identiteit aandacht aan vorming van studenten. Deze vorming richt zich op hoofd, hart en handen, dus: kennis, houding en vaardigheden. De vakken Godsdienst en Burgerschap nemen een bijzondere plaats in. Bij deze vakken wordt gewerkt aan de kerndoelen waarmee uitvoering wordt gegeven aan de visie en missie van de school:

  1. Studenten laten wortelen in Gods Woord, de gereformeerde belijdenisgeschriften en de traditie waarin onze school, ouders en studenten staan.
  2. Studenten vormen en toerusten tot christelijke beroepsbeoefenaars in de 21e eeuw.
  3. Studenten vormen en toerusten tot verantwoordelijke burgers in de huidige maatschappij.

De nationale kwalificatie-eisen voor Burgerschap kennen vier dimensies: sociaal-maatschappelijk, politiek-juridisch, economisch en vitaal burgerschap. Het Hoornbeeck College heeft daar een vijfde dimensie aan toegevoegd: reformatorische identiteit. Rondom deze extra dimensie zijn in het verslagjaar voor het vak Godsdienst verschillende readers geschreven. Daarnaast zijn er specifiek voor de doelgroep niveau 2 eigen readers gemaakt. Deze methode kenmerkt zich door eenvoudig taalgebruik en de afwisseling tussen korte theorieblokken en praktische opdrachten. Daarnaast zijn alle bestaande readers Godsdienst herzien.

2.7 Klachten en klachtenafhandeling

Klachten rond examens worden op schoolniveau behandeld door de examencommissie van de betreffende sector. In het cursusjaar 2015-2016 zijn er geen klachten bij deze commissies binnengekomen. Er zijn in het verslagjaar ook geen officiële klachten ingediend bij de Commissie van Beroep.

Bij seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en onregelmatigheden bij de onderwijsuitvoering kunnen studenten en medewerkers gebruik maken van de klachtenregeling. Bij het Hoornbeeck College zijn op grond van de klachtenregeling voor elke locatie vanwege de toegankelijkheid een man en een vrouw als vertrouwenspersoon benoemd. De vertrouwenspersonen hebben een brugfunctie tussen ouder(s)/studenten en medewerkers van de school enerzijds en, zo nodig, de klachtencommissie anderzijds. In het verslagjaar zijn acht klachten gemeld. Deze zijn intern afgehandeld, zodat doorgeleiding van een klacht naar de externe klachtencommissie niet aan de orde was. Daarnaast worden de vertrouwenspersonen regelmatig door collega’s, ouders of studenten geconsulteerd met een vraag om een advies over hoe te handelen in een bepaalde situatie.

In het verslagjaar zijn er bij de commissie integriteit geen meldingen gedaan in het kader van de klokkenluidersregeling.