‹ Terug naar overzicht

3 Waardering en Samenwerking

Downloaden als PDF
HCAmersfoort (afdrukkwaliteit)-21

3.1 Waardering van studenten

In 2018 is de landelijke JOB Monitor afgenomen om te meten wat mbo-studenten van hun school vinden. In het rapport van dit onderzoek scoort het Hoornbeeck College bovengemiddeld hoog. De twee kernresultaten van het onderzoek, weergegeven in een door de studenten geuite waardering met een rapportcijfer, laten de volgende cijfers zien:

Kernvraag Jaartal Hoornbeeck College Landelijk
Waardering voor de instelling 2010 7,6 6,4
2012 7,6 6,4
2014 7,7 6,5
2016 7,6 6,6
2018 7,7 6,7
Waardering voor de opleiding 2010 7,6 6,9
2012 7,5 6,9
2014 7,6 7,0
2016 7,5 7,0
2018 7,5 7,1

Bij het Hoornbeeck College is de waardering voor de instelling met 0,1 punt gestegen en daarmee weer terug op het niveau van 2014. De waardering voor de opleiding is gelijk gebleven.

Landelijk is de score bij beide kernvragen met 0,1 punt gestegen. Daarmee is de afstand tot het landelijk gemiddelde gelijk gebleven bij de waardering voor de instelling en kleiner geworden bij de waardering voor de opleidingen.

De response van de JOB Monitor was 74,4%. Deze hoge response – ook op het niveau van de teams – zorgt ervoor dat ook op teamniveau betrouwbare informatie ter beschikking is gekomen over de mate van tevredenheid van de studenten van de desbetreffende teams.

Evenals voorgaande jaren zijn uit de JOB Monitor 2018 ook verbeterpunten naar voren gekomen. Deze punten zijn opgenomen in de sector-, locatie- en teamplannen. Via de halfjaarlijkse managementrapportages wordt de voortgang van verbeteracties gemonitord. Aan de standaardvragenlijst van de JOB Monitor zijn enkele specifieke vragen over de identiteit van de school toegevoegd.

Tabel 1 : Uitslag JOB Monitor Hoornbeeck College (incl. benchmark)

Benchmark clusters Landelijk Hoornbeeck
Lessen/programma 3,4 3,5
Toetsing en examinering 3,7 3,9
Studiebegeleiding 3,5 3,7
Onderwijsfaciliteiten 3,6 3,7
Vaardigheden en motivatie 3,4 3,5
Stage (bol) 3,6 3,8
Werkplek (bbl) 3,8 4,0
(Studie)loopbaanbegeleiding 3,6 3,8
Rechten en plichten 3,1 3,5
Sfeer en veiligheid 3,8 4,2
Algemene tevredenheid 3,7 4,0

Tabel 2 : Uitslag eigen vragen Hoornbeeck College

3.1 waardering stud eigen onderzoek - jaarverslag 2018.jpg

Naast het afnemen van de JOB Monitor onderzoekt Hoornbeeck College jaarlijks wat gediplomeerde studenten gaan doen na hun opleiding. Met dit onderzoek willen we gediplomeerde studenten zoveel mogelijk begeleiden naar werk met een hoge baanzekerheid of een vervolgopleiding. Gediplomeerde studenten die geen werk kunnen vinden, worden begeleid naar het UWV. We hebben deze ondersteuning een plaats gegeven in de Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) en via het alumnionderzoek volgen we de verdere ontwikkeling van gediplomeerde studenten. De resultaten van het Hoornbeeck College waren op 1 oktober 2019:

School-Ex 2019 2018 2017 2016
Reden uitschrijving Diploma's % Diploma's % Diploma's % Diploma's %
Geslaagd 562 20 479 17 619 26 399 19
Geslaagd en andere opleiding HC 403 15 434 16 413 17 363 17
Geslaagd en geen werk 84 3 95 4 113 5 176 8
Geslaagd en hbo 216 8 194 7 204 8 216 10
Geslaagd en mbo-opleiding elders 67 2 78 3 53 2 53 2
Geslaagd en werk 1312 48 1308 48 928 38 885 41
Geslaagd en werken/leren 34 1 44 2 28 1 27 1
Geslaagd en werken/leren hbo 69 3 71 3 65 3 50 2
Totaal 2 747 100 2 703 100 2 423 100 2 169 100

3.2 Waardering van ouders

In 2018 is voor de derde keer onderzoek verricht onder ouders naar hun waardering van de identiteit van en het gegeven onderwijs aan het Hoornbeeck College.

Kernvraag 2012 2015 2018
Waardering voor de instelling 3,4 3,4 3,3
Waardering voor de opleiding 3,2 3,4 3,2

* Score (schaal 1 t/m 4)

Te zien is dat de zowel de tevredenheid over het Hoornbeeck College als de tevredenheid over de opleiding licht is gedaald. Wel is deze nog boven de Hoornbeeck-norm van 3,0.

De verbeterpunten uit dit onderzoek zijn meegenomen in de locatie- en teamplannen. De voortgang van de verbeteracties wordt gemonitord bij de halfjaarlijkse managementrapportagegesprekken. In 2020 zal een vergelijkbaar onderzoek worden uitgevoerd. In dit onderzoek wordt nagegaan of de verbeteracties een hogere score opleveren en of de scores bij de overige thema’s minimaal gelijk zijn gebleven.

3.3 Waardering van medewerkers

Bovenste kleine rondje – vorige meting (2015)
Onderste kleine rondje – benchmark mbo

Score schaal 1 t/m 10

In 2018 heeft onderzoeksbureau Effectory een medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden onder het personeel van het Hoornbeeck College. Dit onderzoek is op elk mbo-college hetzelfde, zodat benchmarking mogelijk is. Naast de standaardvragen van de Mbo Raad heeft het Hoornbeeck College eigen vragen toegevoegd.

Uit het medewerkeronderzoek in 2018 zijn de volgende verbeterpunten gekomen:

3.3 waardering medewerkers verbeterpunten - jaarverslag 2018.jpg

In 2015 was werkdruk ook reeds een speerpunt. De uitkomsten hiervan zijn verbeterd in 2018, echter het blijft een speerpunt.

Door een werkgroep is een werkdrukplan opgesteld, in nauwe samenwerking met de ondernemingsraad. Dit vanuit een verplichting in de CAO, maar vooral vanuit de motivatie om de werkdruk voor de medewerkers te willen verminderen.

Op het niveau van de teams en de locatie zijn in overleg met de betrokkenen verbeterpunten opgenomen in de locatie- en teamplannen. De voortgang van de verbeteracties wordt gemonitord in de halfjaarlijkse managementrapportagegesprekken. In 2020 zal een vergelijkbaar onderzoek worden uitgevoerd om te meten of onze verbeteracties het gewenste resultaat opgeleverd hebben en de overige resultaten minimaal gelijk zijn gebleven.

3.4 Waardering van leerbedrijven

In 2018 is onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de leerbedrijven door het Hoornbeeck College.

Algemene vragen 2018 2018 2017 2015
Vertrouwen in organisatie bpv* 3,2 3,2 3,2
Vertrouwen in examinering Hoornbeeck College* 3,2 3,2 3,1
Ik vind de identiteit van de student(en) van het Hoornbeeck College herkenbaar bij hun dagelijks handelen in het leerbedrijf 3,2 83% 85%

*Schaal van 1 t/m 4

Bovengenoemde uitkomsten geven globaal aan dat de leerbedrijven tevreden zijn.

De respons van leerbedrijven op dit onderzoek is hoog genoeg om conclusies te trekken op instellingsniveau. Het blijft een aandachtspunt om op teamniveau tot een voldoende hoge respons te komen om de uitkomsten op dat niveau representatief te kunnen laten zijn en niet slechts indicatief.

Per team zijn de uitkomsten van deze enquête bekeken en zijn waar nodig specifieke verbeteracties opgenomen in de teamplannen. De voortgang van deze verbeteracties komt aan de orde in halfjaarlijkse gesprekken op basis van managementrapportage. Bovendien is van de uitkomsten van deze meting gebruik gemaakt bij de rapportage inzake het BPV-plan (zie paragraaf 2.4.3). In 2020 voeren we een vergelijkbaar onderzoek uit om te meten of onze verbeteracties het gewenste resultaat hebben opgeleverd en daadwerkelijk leiden tot een hogere score en of de overige thema’s nog minimaal gelijk scoren.

Naast het tevredenheidsonderzoek door het Hoornbeeck College onder leerbedrijven heeft ook de Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) hiernaar onderzoek gedaan. Ook daaruit bleek de tevredenheid van de leerbedrijven.

Cijfers – schaal 1 t/m 10
Percentage – eens/helemaal eens
Resultaten 2019

Uit dit onderzoek is te zien dat de tevredenheid van de praktijkopleiders is gestegen. Helaas is de tevredenheid van de studenten gedaald. In 2020 zal op tot op opleidingsniveau onderzocht worden wat de achterliggende reden hiervan is. Aan de hand hiervan kunnen verbeteringen in gang worden gezet.

3.5 Waardering van de onderwijsinspectie

Elke vier jaar doet de Inspectie een onderzoek naar de Staat van de Instelling. Dat onderzoek bestaat uit een gegevensanalyse, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen.
In 2015 heeft dit onderzoek voor de tweede keer op het Hoornbeeck College plaatsgevonden. De inspectie heeft voor het instellingsonderzoek een steekproef genomen bij vier opleidingen die als voldoende zijn beoordeeld. Bovendien is de kwaliteitsborging op instellingsniveau als goed beoordeeld.

3.5_waardering inspectie

Aandachtspunten:

  • Toezichthoudende rol van de examencommissie
  • Voldoende gelegenheid voor maatwerk bij de opleiding Autotechnicus

In 2019 heeft reeds een verkennend overleg plaatsgevonden met inspectie over het onderzoek naar de Staat van de Instelling dat plaatsvindt in 2020.

In 2019 heeft het Hoornbeeck College meegewerkt aan meerdere themaonderzoeken, onder meer

  • onderzoek naar kleinere mbo-instellingen,
  • onderzoek naar governance,
  • onderzoek naar kwaliteitsborging en zelfbeoordeling,
  • onderzoek naar succesfactoren niveau 2,
  • onderzoek naar burgerschap.

3.6 Samenwerking met toeleverend - en vervolgonderwijs

Het Hoornbeeck werkt in het bijzonder samen met de zeven reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. De verschillende Hoornbeeck-locaties stemmen hun activiteiten af met deze scholen. Ook wordt, zo veel als nuttig en mogelijk is, een warme overdracht van studenten beoogd. Het gebruik van het digitaal doorstoom dossier helpt daarbij. De decanen van deze scholen worden eenmaal per jaar uitgenodigd om de nieuwste wederzijdse ontwikkelingen te bespreken. Ook participeert het Hoornbeeck in het gemeenschappelijk bestuurdersoverleg  en het schoolleidersplatform, waar directies van de scholen elkaar ontmoeten.

Naast deze scholen vindt er ook overleg plaats met andere VO-scholen zoals de Prins Maurits in Middelharnis en het Ichthus College in Veenendaal. Ook van deze scholen komen namelijk studenten naar het Hoornbeeck. In een aantal regio’s is aangesloten bij de projecten van het versterkt Techniekonderwijs vmbo.  

Inhoudelijke samenwerking met hbo-scholen vindt vooral plaats met Hogeschool “De Driestar” in Gouda en de CHE in Ede. Zo draagt het Hoornbeeck bij aan de ontwikkeling van AD-trajecten en wordt dit ook ingepast in het mbo-onderwijs. Met andere hbo-scholen wordt vooral samengewerkt om hun opleidingsaanbod en mogelijkheden op een goede wijze bekend te maken aan onze studenten.

Het Hoornbeeck participeert op talloze manieren in netwerken en samenwerkingsverbanden. Deze netwerken zijn enerzijds gericht op samenwerking met andere mbo-instellingen, anderzijds ook op andere organisaties binnen het beroepenveld waarvoor wij opleiden. Wij vinden het positief om met anderen in gesprek te zijn over gemeenschappelijke opdrachten en verantwoordelijkheden. Daarbij merken we dat de inbreng van Hoornbeeck-collega’s ook wordt gewaardeerd.

3.7 Beroepskolom

Entree opleiding
Het platform Entree vergadert vijf keer per jaar. Er is een grote betrokkenheid en onderlinge samenwerking tussen voortgezet onderwijs en het mbo.
Het servicedocument Entree-opleidingen is een groeidocument dat als leidraad dient voor het onderwijsproces, de toetsing, de keuzedelen en de begeleiding.
De door de MBO Raad georganiseerde BTG wordt bezocht om op de hoogte te blijven van de landelijke ontwikkelingen en om de vertaalslag te maken naar onze eigen situatie.
De TEG legt verantwoording af aan de SEC DVL. Nu we standaard diplomachecks uitvoeren, voldoet het platform aan alle wettelijke eisen die gelden voor examinering MBO.
Sinds oktober 2019 is ook de Gomarus Scholengemeenschap toegetreden tot het platform.

BBL-VO
De samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en BBL-pleidingen is in 2019 gecontinueerd. De eindverantwoordelijkheid voor deze opleidingen ligt bij het Hoornbeeck College, maar het Voortgezet Onderwijs maakt dit door het uitlenen van docenten en (soms) het bieden van huisvesting mogelijk. Bovendien kan daarmee optimaal gewerkt worden aan een soepele overgang tussen het vmbo en het mbo. Mede door de aantrekkende arbeidsmarkt hebben zich het afgelopen jaar meer studenten gemeld voor deze vorm van onderwijs. We streven ernaar deze samenwerkingsvorm de komende jaren verder uit te breiden. Vanuit het project versterkt Techniekonderwijs in de regio Kampen is het initiatief ontstaan om, naast de reeds bestaande bouwkunde BBL-opleidingen, ook werktuigbouwkundige BBL-opleidingen in Kampen aan te bieden. Samen met de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem is een mooi BBL-opleidingscentrum ontwikkeld. Ook in Hoevelaken wordt gestalte gegeven aan de uitbouw van de opleidingen mobiliteit en logistiek in samenwerking met het Van Lodenstein College. In Barneveld is in 2019 het samenwerkingsverband Barneveldse Techniekopleidingen (BTO) gestart. Wij zien het als een groot voorrecht dat de reformatorische vo-scholen bereid zijn om ook hun bijdrage te leveren aan het aanbieden van reformatorisch beroepsonderwijs aan onze jonge mensen. De leerlingen uit het voortgezet onderwijs kunnen zo zonder veel belemmeringen doorstromen naar een mbo-opleiding.

Doorstroom hbo
De doorstroom van onze studenten naar het hbo is in 2019 19%. Dit cijfer ligt onder het landelijk gemiddelde (2017-2018: 36%).

Daarbij komt dat de uitval van studenten in het eerste jaar van de hbo-studie in het algemeen hoog is. De oorzaak daarvan is vooral het tekort aan studievaardigheden. Ook speelt het kennisniveau van Engels een rol. Om de doorstroom te verhogen, de studievaardigheden te vergroten en de Engelse taalvaardigheid uit te breiden, is er in 2016 het initiatief genomen, geïnitieerd door de Christelijk Hogeschool Ede, om samen met een aantal ROC’s, waaronder het Hoornbeeck College, een keuzedeel 'Doorstroom mbo naar hbo' te ontwikkelen. Al onze sectoren zijn hierbij betrokken. Deze ontwikkeling sluit goed aan bij de acties in onze kwaliteitsagenda. De eerste opbrengsten van dit keuzedeel laten zien dat de uitval van studenten in het hbo in het eerste leerjaar terugloopt. Er zal nog een cursusjaar nodig zijn om te kunnen concluderen of deze verminderde uitval mede het resultaat is van het genoemde keuzedeel. In 2020 zal het keuzedeel worden geëvalueerd en eventueel worden bijgesteld.

De doorstroom van studenten Onderwijsassistent naar de Pabo is geringer dan voorheen vanwege de door de overheid aangescherpte toelatingseisen. Voor toelating tot de Pabo moeten onze studenten een drietal toelatingstoetsen voldoende behalen. Aangezien dit vakgebieden zijn die niet allemaal in het opleidingscurriculum zijn opgenomen, vergt dit een extra inspanning van de studenten in het laatste leerjaar. Deze extra inspanning leidt ertoe dat er minder studenten voor de Pabo kiezen. In het curriculum is ruimte voor deze vakken opgenomen. De studenten die in samenwerking met de Driestar Educatief en Hogeschool Zeeland het voorbereidingstraject lopen, behalen daarentegen in het eerste leerjaar van de Pabo goede resultaten. Bovendien is de uitval van mbo-studenten in het eerste leerjaar in 2019 opnieuw afgenomen. De financiële facilitering door de overheid is in 2019 afgebouwd nu dit traject in 2018 in de nieuwe kwalificatiestructuur is opgenomen door extra keuzedelen aan te bieden.