‘Alles verandert’. ‘Er is niets nieuws onder de zon’.
Twee ogenschijnlijk tegenstrijdige uitspraken. Toch zijn beide uitspraken van toepassing op onze school.
Ook in het verslagjaar 2019 is het Hoornbeeck College weer veranderd. Nieuwe studenten zijn gekomen, studenten met een diploma zijn gegaan. Hoewel we als school gelukkig weinig verloop in ons personeel hebben, zijn er wel mutaties geweest. Ook de inhoud van het onderwijs verandert, omdat de maatschappij verandert. Mede omdat de overheid ieder jaar weer nieuwe dingen van ons vraagt. We veranderen ook om te verbeteren. Om goed onderwijs te kunnen blijven bieden.
In het verslagjaar 2019 is ook veel hetzelfde gebleven. Gelukkig wel. Voor een student en dus voor de school is rust belangrijk. Niet iedere verandering is altijd een verbetering. Van veel veranderingen geldt: heb ik dat al eens eerder gezien of gehoord?
Dit jaarverslag geeft een inkijkje wat er op school gebeurt. Het is een inkijkje door de bril van wat wettelijke kaders van ons eisen, wat regelgeving rondom governance van ons vraagt. Het geeft een beeld van welk type onderwijs we bieden, welke doelen we onszelf stellen en welke resultaten we hebben bereikt. We zijn ook eerlijk: wat ging er goed, maar ook: wat kon beter. Het is een opsomming van activiteiten, doelen en cijfers. Om ons te verantwoorden richting onze overheid en de talloze belanghebbenden; Kortom: onze stakeholders.
We willen veel met u delen in dit jaarverslag en toch is het niet volledig, zelfs een beetje eenzijdig. Het echte beeld laat zich zien in de klas en op het schoolplein. De ontwikkeling van een student laat zich niet altijd vangen in een resultaat of cijfer.

De vormende kant van het onderwijs heeft gelukkig nog steeds veel aandacht in Nederland. Daarbij komt dat voor onze reformatorische school die vormende kant van het onderwijs ons bestaansrecht is. Onze grondslag ligt in de Bijbel. Die houdt ons voor dat ieder mens, iedere student Coram Deo leeft, voor het Aangezicht van de Heere God. Een student is in dit leven een pelgrim die op weg is naar de eeuwigheid aan het einde van het leven. Dat geeft het onderwijs als mede-opvoedende taak een extra gewicht. Het betekent dat iedere student met de hem of haar geschonken gaven, mede geholpen door ons onderwijs, tot Gods eer zou moeten leven en dienstbaar zijn aan de naaste.
U vindt in dit verslag veel data, maar we hopen dat u achter die data ook af en toe iets proeft van die vormende waarde van ons onderwijs, de wereld achter de cijfers.
Deze verantwoording krijgt een bijzondere betekenis als we beseffen dat we het werk doen voor Gods aangezicht, in de hoop en verwachting dat Hij Zijn zegen wil geven over het onderwijs.
Het College van Bestuur,
W.J. de Potter, voorzitter
D. van Meeuwen, lid